Tekst 1
Henk Jansen is getrouwd met Jacqueline Verstraten.
Ze hebben drie kinderen van 9, 12 en 16 jaar.
De oudste van de drie is hun dochter Marjolein.
Zij wil graag verpleegkundige worden.
Roland is 12 en de oudste zoon van Henk en Jacqueline.
Hij is gek van computers. Het is echt zijn hobby.
Oude computers wil hij graag hebben van vrienden of familieleden.
Hij maakt ze open en kijkt wat er allemaal in zit.
Jan is de jongste, hij weet nog niet wat hij later wil worden
Henk Jansen is getrouwd met Jacqueline Verstraten.
Ze hebben drie kinderen van 9, 12 en 16 jaar.
De oudste van de drie is hun dochter Marjolein.
Zij wil graag verpleegkundige worden.
Roland is 12 en de oudste zoon van Henk en Jacqueline.
Hij is gek van computers. Het is echt zijn hobby.
Oude computers wil hij graag hebben van vrienden of familieleden.
Hij maakt ze open en kijkt wat er allemaal in zit.
Jan is de jongste, hij weet nog niet wat hij later wil worden
kort verhaal pour les examen
Tekst 2
Ankie Verhei woont met haar dochtertje van vijf in een driekamerflat.
Ankie is tevreden met haar woning.
Ze heeft een fijne woonkamer met uitzicht op een park.
Haar slaapkamer is groot en die van haar dochtertje wat kleiner.
Ankie werkt parttime in een bibliotheek en ze krijgt wat alimentatie van de vader van haar dochtertje.
Ze is nooit getrouwd geweest maar heeft al tien jaar een lat-relatie met Els.
Ankie en Els houden allebei van hun vrijheid en als ze samen willen zijn, zijn ze ook samen.
Els komt meestal bij Ankie wonen voor een paar dagen of soms voor een half jaar.
Annemarie, het dochtertje, wil graag dat Els altijd bij hen blijft wonen.
Ankie Verhei woont met haar dochtertje van vijf in een driekamerflat.
Ankie is tevreden met haar woning.
Ze heeft een fijne woonkamer met uitzicht op een park.
Haar slaapkamer is groot en die van haar dochtertje wat kleiner.
Ankie werkt parttime in een bibliotheek en ze krijgt wat alimentatie van de vader van haar dochtertje.
Ze is nooit getrouwd geweest maar heeft al tien jaar een lat-relatie met Els.
Ankie en Els houden allebei van hun vrijheid en als ze samen willen zijn, zijn ze ook samen.
Els komt meestal bij Ankie wonen voor een paar dagen of soms voor een half jaar.
Annemarie, het dochtertje, wil graag dat Els altijd bij hen blijft wonen.
Ik zie mijn buurman met zijn fiets door rood rijden.
Een motoragent ziet dat ook.
Hij gaat direct achter de buurman aan.
De motoragent gaat naast hem rijden.
De agent gebaart mijn buurman te stoppen.
Mijn buurman stopt en de agent stapt van zijn motor af.
Hij moet zijn identiteitsbewijs aan de agent laten zijn.
De agent haalt een boekje uit zijn zak en hij begint erin te schrijven.
Mijn buurman krijgt een flinke boete.
Een motoragent ziet dat ook.
Hij gaat direct achter de buurman aan.
De motoragent gaat naast hem rijden.
De agent gebaart mijn buurman te stoppen.
Mijn buurman stopt en de agent stapt van zijn motor af.
Hij moet zijn identiteitsbewijs aan de agent laten zijn.
De agent haalt een boekje uit zijn zak en hij begint erin te schrijven.
Mijn buurman krijgt een flinke boete.
chokran jazilan okhti sariita;atamanna laki attawfi9 min kel 9albi ;wa atleb mina allah an yakona lana sanadan htta njtaz hada al imtihan binajah;fakollena nantadir hadihi annatija wa rabbi lan yekhayibana abadan .borikti okhti
chokran akhti sarita 3la had l9issas
allah inajahna kamlin ya rabi amine
waysahal 3lina 3ajilan ghayra ajilan
allah inajahna kamlin ya rabi amine
waysahal 3lina 3ajilan ghayra ajilan
rabi yhafdak okhti wygazik kol khir.
alah ywfa9 jami3 l akhawat li mazal madaro l imtihan w inchae alah ntemna najah nkol whda fikom welah yjma3 chaml f a9rab wa9t m3a azewaj dyalkom bi idni lah
verhal:4 Het was vrijdagmiddag en ik zat de krant te lezenOh ja, ik moet nog boodschappen doen, dacht ik opeensIk legde de krant weg en ik maakte een boodschappenlijstjePakte mijn portemonnee uit de la van de kast en liep naar de gangDaar pakte ik twee tassen uit de gangkast Ging de deur uit en fietste naar de supermarkt
verhal 5
Ik keek uit het raam van mijn huiskamer.
Buiten regende het.
Er liepen niet veel mensen op straat.
Ik zag een oude vrouw met een rode paraplu.
Opeens begon het harder te waaien.
De paraplu vloog de lucht in
Ik keek uit het raam van mijn huiskamer.
Buiten regende het.
Er liepen niet veel mensen op straat.
Ik zag een oude vrouw met een rode paraplu.
Opeens begon het harder te waaien.
De paraplu vloog de lucht in
verhal 6
Het was zomer en voor Nederlandse begrippen erg warm.
Ik ging de berging in en pakte mijn fiets.
Er stond een beetje wind, wat juist wel aangenaam was.
Want het was dertig graden en zonder wind is het niet leuk meer.
Ik fietste de wijk uit om buiten de bebouwde kom te komen.
Daar was het heerlijk fietsen over de hoge dijken
Het was zomer en voor Nederlandse begrippen erg warm.
Ik ging de berging in en pakte mijn fiets.
Er stond een beetje wind, wat juist wel aangenaam was.
Want het was dertig graden en zonder wind is het niet leuk meer.
Ik fietste de wijk uit om buiten de bebouwde kom te komen.
Daar was het heerlijk fietsen over de hoge dijken